Aankomst Marco en Blanche Marie watervallen - Reisverslag uit Paramaribo, Suriname van Sigrid Rienstra - WaarBenJij.nu Aankomst Marco en Blanche Marie watervallen - Reisverslag uit Paramaribo, Suriname van Sigrid Rienstra - WaarBenJij.nu

Aankomst Marco en Blanche Marie watervallen

Door: Sigrid

Blijf op de hoogte en volg Sigrid

27 Januari 2009 | Suriname, Paramaribo

Lieve mensen,

Hier een verhaal van ons samen. Zaterdag was dan eindelijk de dag dat Marco op Zanderij zou landen. Zoals ik in het vorige verhaal al voorspelt had, duurde die dag een eeuwigheid. Maar eindelijk was daar dan ’s middags het moment waarop de taxi voor de deur stond om mij naar Zanderij te brengen. Ik ging vroeger naar het vliegveld dan nodig was, want de bedoeling was om de landing van het vliegtuig te gaan filmen. Nadat het vliegtuig veilig en wel aan de grond stond duurde het nog weer een eeuwigheid voor Marco eindelijk door de deuren van de aankomsthal kwam, want hij moest meer dan drie kwartier op zijn koffer wachten. Hij kwam meteen in aanraking met de Surinaamse snelheid! Maar toen zag ik hem opeens aan komen lopen. Ik drong tussen al die mensen door om hem tegemoet te lopen. Na twintig weken konden we elkaar eindelijk weer in de armen vliegen. Het weerzien was geweldig en ook meteen vertrouwd, alsof we elkaar de week ervoor nog gezien hadden!
Jeffrey bracht ons daarna met de taxi naar de Laknauweg. Daar hebben we een vakantiehuisje gehuurd. Het is een nieuw huisje en wij zijn de eerste huurders. Het ziet er echt geweldig uit en het mooiste van alles is, dat er airco aanwezig is. Voor Sigrid is het mooiste dat ze eindelijk weer warm kan douchen.

Zondag hebben we heerlijk uitgeslapen. Daarna hebben we de stad bekeken. We begonnen bij `t Vat. Daar hebben we wat gedronken en had Marco zijn eerste Parbo biertje! Van daaruit liepen we via de Palmentuin naar Fort Zeelandia, de Nationale Assemblé en het Presidentieel Paleis. Vervolgens liepen we via de Waterkant door de binnenstad naar de bank. Op die route merkte Marco al dat de Surinamers zich weinig aantrekken van de partner die naast het bakra meisje loopt. Vrijwel elke Surinamer fluit, toetert of maakt opmerkingen naar Sigrid en dat gaat elke dag weer opnieuw. Nadat we ook de synagoge en de moskee hebben gezien, belandden we uiteindelijk weer bij `t Vat, waar we overheerlijke kip met satésaus hebben gegeten. Vervolgens zijn we met de taxi terug gegaan naar ons huisje, want inmiddels was het alweer laat op de avond.

Maandagochtend hebben we even lekker rustig aan gedaan. We hebben boodschappen gehaald bij de chinees om de hoek en vervolgens zijn we met de bus naar de stad gegaan om te gaan zwemmen bij Krasnapolski. Het was erg lekker weer toen we heen gingen. Bij het zwembad aangekomen betaalden we onze kaartjes en stapten in de lift naar de derde verdieping, naar het zwembad. Op het dakterras aangekomen kwamen we voor een verrassing te staan… De lucht was zwaar bewolkt, maar desondanks trokken wij toch onze zwemkleren aan. Helaas voor ons barstte toen de lucht open en begon het keihard te regenen, terwijl wij net op de rand van het zwembad stonden om er in te duiken. Daarom zijn we maar rustig gaan zitten onder de overkapping, maar het weer werkte niet echt mee, dus uiteindelijk zijn we toch weg gegaan. We hebben even door de stad gelopen en zijn uiteindelijk weer beland bij ’t Vat. ’s Avonds hebben we zelf spaghetti gekookt en een film gekeken.

Dinsdagochtend ging Sigrid voor de laatste keer naar stage om daar afscheid te nemen. Marco heeft die tijd doorgebracht in een internetcafé. Daarna hebben we barra’s gegeten. Een soort oliebol, maar dan op z’n Surinaams. Echt overheerlijk! Opnieuw zijn we de stad ingegaan en we hebben toen al een paar souvenirtjes ingeslagen. Daarna zijn we teruggegaan naar ons huisje, want ’s avonds zouden Mirjam en Mariska komen eten. Marco heeft die avond voor de eerste keer echte Surinaamse roti gegeten. Heerlijk!

Woensdagochtend zijn we vroeg opgestaan, want we wilden een auto huren. Bij het verhuurbedrijf aangekomen, gewoon een particulier die zijn eigen auto’s verhuurd, moesten we even wachten, want de auto was er nog niet. Na enkele minuten kwam die dan toch aanrijden en konden we instappen. Een rijbewijs hoefden we niet eens te tonen, we mochten er zo in wegrijden. De hele dag hebben we met z’n tweeën rondgereden. We zijn de Surinamebrug overgegaan naar Meerzorg (Commewijne). Daar zijn we doorgereden naar Alkmaar. Grappig om daar te zijn, maar het stelde niet veel voor. Daarna teruggereden naar Paramaribo om malariatabletten te kopen voor onze trip van donderdag. Toen opnieuw de brug over naar Meerzorg en ditmaal reden we richting fort Nieuw Amsterdam. Daar hebben we de auto even geparkeerd en hebben we aan de oevers gestaan van de kruising tussen de Surinamerivier en de Commewijnerivier. Daar hebben we pelikanen gespot.
Het was voor ons wel op de gok rijden, want de benzinemeter werkte niet. We durfden dus niet te ver door te rijden, want stel je voor dat we ergens in de bush vast zouden komen te zitten. Gelukkig is dat uiteindelijk allemaal goed gegaan. We zijn daarna nog langs Santo Boma gereden, waar Sigrid haar stage heeft doorlopen. Aan het einde van de middag brachten we de auto terug. De hele dag hebben we die auto gehuurd, een Toyota Corona, voor slechts vijftig SRD, dat komt neer op ongeveer vijftien euro. We zijn ’s avonds met Kim, Mirjam, Evelien en Mariska uit eten geweest bij café d’Optimist. Daar hebben we heerlijk gegeten en het grootste deel van de avond op het terras gezeten. Dit etentje was een afscheid van Evelien, want zij zou zondag vertrekken naar Nederland, maar die dag zouden wij pas terugkomen van onze trip. Echter, we wilden het niet te laat maken, want de volgende dag zouden we al op trip gaan. We moesten om zes uur vertrekken!

De volgende ochtend ging dus om vijf uur de wekker al! Gelukkig hadden we de vorige avond onze tassen al ingepakt, batterijen van telefoons en camera’s opgeladen en een eitje gebakken voor op brood. De taxi kwam iets te laat, want Anand had zich verslapen, maar we kwamen uiteindelijk ruim op tijd aan de Teresinastraat waar Donovan, onze gids, al stond te wachten met Betsy. Alle tassen werden ingepakt, proviand was ingeslagen, dus de trip kon beginnen. We vertrokken in de richting van Zanderij, het laatste gedeelte van de bewoonde wereld. Daar kocht Donovan nog wat olie en gooide hij de tank nog een laatste keer vol. We wachtten daar geruime tijd, want er reden andere auto’s voor ons die ook de bauxietweg namen de jungle in. De gedachte daarachter was dat die auto’s zo de weg vrij maakten voor ons. Veel bomen en struiken vallen ’s nachts over de weg heen, zodat het hele pad geblokkeerd wordt. Onze voorgangers ruimden alles voor ons op en hakten zich een weg door het struikgewas, zodat wij geruime tijd mooi door konden rijden. De weg was in het begin goed te berijden, maar later werd die echt gruwelijk slecht. Diepe kuilen vol met water, Betsy had het er moeilijk mee. Het werd zelfs steeds lastiger, totdat we op een gegeven moment echt vaststonden, middenin een grote plas. Marco en Donovan zaten voorin, zij moesten de fourwheeldrive inschakelen door middel van een soort schroef op de voorste velgen van de auto. Zonder moeite reden we toen de plas uit, waarna de fourwheeldrive weer uitgeschakeld moest worden. Dit proces herhaalde zich enkele keren bij andere grotere plassen. Maar we vorderden gestaag richting Witagron, onze lunchplek. Na enige tijd kwamen we opnieuw bij een grote plas, maar deze was geheel omgeploegd. Diepe sporen in de modder zorgden voor weinig grip van de auto op de drassige ondergrond. Ook ditmaal kwamen we vast te zitten. De fourwheeldrive werd weer ingeschakeld, maar nu tevergeefs. We zaten vast, echt vast. We konden nog achteruit rijden, maar daardoor kwamen we juist nog vaster te zitten. Het hele onderstel van de auto zat vast in de drassige modder, tot er op een gegeven moment geen beweging meer in te krijgen was. We moesten uitstappen en duwen… Kim nam plaats achter het stuur en de rest stond op blote voeten in de modder voor de auto om die naar achteren te duwen. Na een paar keer goed gas geven en duwen van ons groepje, kwam de auto eindelijk los en stond die weer op het pad. Wij stonden op dat moment tot onze enkels in de modder. Betsy reed vervolgens een ander weg door de modder en wij liepen er achteraan. Flessen water werden tevoorschijn getoverd om onze voetjes weer schoon te maken en zo konden we onze weg vervolgen. Daarna stopten we in Witagron om even te pauzeren. Na een half uurtje vervolgden we onze weg over de bauxietweg. Inmiddels hadden we het slechte gedeelte achter ons gelaten en het tempo van de rit kon iets omhoog. Waar we op het slechte gedeelte soms maar tien à twintig kilometer per uur konden rijden, reden we nu soms wel tachtig à negentig kilometer per uur. Nu kwamen we dus snel dichterbij Apoera, onze eindbestemming voor de die dag. Maar helaas, meer problemen zouden zich voordoen. Na enkele uren werd de temperatuur van de motor verschrikkelijk hoog. Wat heet, het metertje van de motortemperatuur kon niet verder naar rechts. De auto moest aan de kant en vele liters water verdwenen in de motor. Na een half uurtje konden we weer verder, maar na enkele minuten stonden we weer stil. Opnieuw was de temperatuur veel te hoog. Dit ritueel herhaalde zich nog vier keer, totdat we bij de vijfde keer weer kwamen stil te staan. Ditmaal borrelde het water in de motor echt verschrikkelijk. We hadden even het idee dat we zouden moeten overnachten op die plek daar middenin het oerwoud op de weg. Gelukkig konden we na drie kwartier toch weer onze weg vervolgen en ditmaal reden we zonder problemen door tot Apoera. Daar sloeg Donovan nog wat producten in bij de plaatselijke supermarkt en haalde hij een gasfles om te koken. Apoera is een modern indiaans dorpje met vijftienhonderd inwoners middenin de jungle. Het ligt op bijna vierhonderd kilometer van Paramaribo en wij deden er dertien uur over om er te komen. In Apoera kun je alles krijgen, ook was er gewoon bereik met onze mobiele telefoons. Dat was onderweg wel anders. De gehele weg tussen Paramaribo en Apoera was er geen bereik. Wanneer je dus onderweg met pech langs de weg komt te staan ben je op jezelf aangewezen. Inschakelen van hulp is onmogelijk. Je kunt maar één ding doen: wachten op voorbijgangers die willen helpen, wat soms dagen kan duren…

Op de route tussen Paramaribo en Apoera hebben we verschillende dieren gezien. Zo hebben we een labaria slang gezien; een klein slangetje, maar erg giftig. Als je er door gebeten wordt moet je binnen een half uur bij een polikliniek zijn, want anders raak je in shock en ga je erg snel dood. Bedenk daarbij dat je onderweg soms wel vier of vijf uren van een poli verwijderd bent, dus we moesten erg voorzichtig zijn. Onze gids, Donovan, leeft vijf dagen per maand in Paramaribo en de rest in de jungle, dus hij wist wat te doen. We vertrouwden volledig op hem en hij heeft ons zeer veel geleerd en verteld. Naast de labaria hebben we ook toekans, ara’s, mutsaapjes, boskonijnen, een waterslang/wurgslang, een schildpad, een black curacao, arenden en een trompetvogel gezien.

Na de laatste inkopen in Apoera reden we naar onze accommodatie. Het was inmiddels donker geworden, want het was al na achten. Onze accommodatie bestond uit een oude indiaanse rieten overkapping. Zoiets als wat je vroeger op de marktpleinen zag. Daar aangekomen gingen we de auto uitladen. Wij konden gaan chillen, zoals Donovan dat zo mooi omschreef en hij begon met het eten. Terwijl hij aan het koken was, gingen wij douchen, althans op de indiaanse manier. De douche bevond zich in een houten hokje. Daarin was een kraantje, daaruit stroomde koud water in een grote emmer. De bedoeling was dat je met een maatbeker water uit die emmer schepte en dat over je heen gooide. KOUD! Maar wel verfrissend na die lange autorit. Donovan had daarna het eten klaar. We aten brood, met salade en kip. Daarna was het tijd om onze slaapplaatsen te organiseren. Hangmatten moesten opgehangen worden. Voor Marco zou dat de eerste keer zijn dat hij in een hangmat ging overnachten. Mariska was al begonnen om haar hangmat op te hangen. Zij wilde niet wachten op de hulp van Donovan. Beide kanten van de hangmat had ze inmiddels ‘vastgemaakt’ en zonder te checken of de touwen goed vastzaten stapte ze zo in de hangmat. Toen realiseerde ze zich dat het niet goed hing, maar op hetzelfde moment liet het voorste touw los en daar klapte ze op haar stuitje zo op de harde zandgrond. Gelukkig bleek het achteraf allemaal mee te vallen. De andere hangmatten werden opgehangen door Donovan. Hij wist precies welke knopen je moet gebruiken. De rest van de avond brachten we door met z’n allen aan de picknicktafels waar een leuk gesprek zich ontspon. Rond een uur of één zochten we onze hangmat op, waarbij we ons realiseerden dat het inmiddels 23 januari was en dat betekende dat Sigrid jarig was. Nadat we haar allemaal gefeliciteerd hadden zijn we toch maar gaan slapen.

De volgende ochtend werden we rond negen uur gewekt door Donovan. Hij was bezig het ontbijt in orde te maken. In de tussentijd konden wij gaan baden in de rivier, die naast onze accommodatie was. Dat zagen wij die ochtend pas, want de vorige avond in het donker hadden we daar niks van gemerkt. Donovan had inmiddels eitjes gebakken en na een stevig ontbijt vertrokken we met Donovan naar Apoera. Mirjam bleef achter, want ze voelde zich niet zo lekker. Wij kregen een rondleiding door het dorpje en bij een bankje aangekomen hielden we pauze. Daar trakteerde Donovan ons op Parbo bier, omdat Sigrid jarig was. Daarna liepen we terug naar onze verblijfplaats en gingen we lunchen. Opnieuw kregen we kip, maar ditmaal met rijst en een soort kool met dressing à la Donovan. Na het eten had Donovan een verrassing speciaal omdat Sigrid jarig was. De eigenaar van de accommodatie had een boot met buitenboordmotoren en daarmee zijn we naar een zandbank gevaren. Daar hebben we in de rivier met z’n allen Parbo bier gedronken en later hebben we nog even liggen chillen op de zandbank. Na een uurtje zijn we teruggegaan naar de accommodatie en daar hebben we ons klaargemaakt voor het programma op het einde van de middag. We gingen met Betsy naar een indianendorp: Sandlanding. Een traditioneel dorp waar ze nog leven volgens de oude indiaanse standaard, ook al zijn sommige moderne invloeden wel terug te vinden in het dorp. Daarna zijn we doorgereden naar een oud treinstation middenin de rimboe. Het station wordt al jaren niet meer gebruikt en dat is te zien. Duizenden vleermuizen leven er in de donkere ruimtes en het stinkt daar echt ontzettend naar vleermuizenpoep. Die stank is niet te harden! In het centrale gedeelte staan grote locomotieven die nooit gebruikt zijn. Het is pure verspilling van materieel, gefinancierd door Nederland. Waarschijnlijk worden die machines in de loop der jaren vergeten of in stukken gebroken voor oud ijzer. Na dit bezoek zijn we teruggereden naar Apoera waar we aan de waterkant de zonsondergang hebben bekeken. Nadat de zon helemaal verdwenen was en het al begon te schemeren zijn we teruggereden naar ons kamp. Bij terugkomst in het kamp gingen de meiden even chillen. Marco en Donovan gingen handmatig de tank van de auto vullen met diesel, alvast voor de reis van morgen en overmorgen. Donovan had een grote jerrycan diesel meegenomen uit Paramaribo en met een slang lieten ze dat overlopen in de tank. Daarna ging Donovan het avondeten bereiden en nam de rest weer een koude douche. Het avondeten was ditmaal niet helemaal geslaagd. We kregen vissoep. Sigrid vond het nog wel enigszins te eten, Mirjam vond de vissoep zelfs lekker, maar de rest vond de soep niet te eten. De rest heeft brood gegeten. ’s Avonds zijn we nog op een kleine expeditie geweest om een tarantula te spotten. Helaas vonden we die niet, maar bij terugkomst is Donovan er opnieuw op uitgegaan en ditmaal kwam hij terug met een echte tarantula. Het was niet een grote, het was nog een puber, maar desondanks was het een echte gevaarlijke spin! Kim en Mariska trokken lange mouwen aan en lieten de spin over hun arm lopen. Sigrid liet de spin over de blote arm lopen. Op het moment dat Sigrid de spin op haar arm had sprong de spin ineens weg. Even heerste er totale paniek en Sigrid en Mirjam stonden plotseling aan de andere kant van de accommodatie. Donovan liet de rust wederkeren en bracht de spin weer naar buiten. Daarna had Donovan nog een laatste verrassing voor Sigrid’s verjaardag: een fles champagne. We hebben dus echt goed getoost op haar tweeëntwintigste verjaardag! Een verjaardag die we nooit weer zullen vergeten!!! Want wie viert die nou in de warmte van de Surinaamse jungle, terwijl het in Nederland ijskoud is?!

Opnieuw volgde een nacht in de hangmat, maar slechts een korte nacht, want de volgende ochtend zouden we vroeg moeten vertrekken naar de Blanche Marie watervallen. we moesten ons kamp ook nog afbreken, want na ons bezoek aan de watervallen zouden we een stuk richting Paramaribo rijden en op de route langs de weg middenin de jungle slapen. Mirjam voelde zich die dagen niet bijzonder lekker, dus voor we vertrokken zijn we eerst langs de poli gereden. Daar waren we om half acht, maar eigenlijk zou het spreekuur pas om negen uur beginnen. Gelukkig wist Donovan te regelen dat Mirjam eerder bij de dokter terecht kon. Mirjam en Kim bleven achter bij de poli en de rest ging met Donovan mee even naar het dorp om wat laatste inkopen te doen. Vervolgens weer terug naar de poli om Kim en Mirjam op te halen, die bijna klaar waren, dus we hoefden slechts een paar minuutjes te wachten. Waarschijnlijk had Mirjam last van bijwerkingen van de malariatabletten. Toen gaf Donovan het startsein om te vertrekken en hij nam plaats achter het stuur, maar meteen sprong hij weer uit de auto. De auto had een lekke band. De auto gaf dus alweer wat problemen. Marco en Donovan begonnen meteen met het verwisselen van de band en binnen en kwartier had Betsy weer een nieuwe voorband. In het dorp vroeg Donovan nog even waar we die band konden laten repareren, want het risico is te groot om zonder back-up de jungle te doorkruisen. Nu kon de reis echt beginnen richting Blanche Marie. Onderweg hebben we bij de Nickeriebrug ontbeten en daarna zijn we doorgereden naar een bouwplaats waar bauxiet verwerkt wordt. Daar kon Donovan zijn band laten repareren. Hier, op deze plek, zijn wij in aanraking gekomen met de Surinaamse corruptie… Echt corruptie ten top en Donovan vertelde later dat dit slechts het topje van de ijsberg is. Ze weigerden in eerste instantie om de band te plakken. Gelukkig heeft Donovan een groot netwerk van connecties, iets wat in Suriname strikte noodzaak is voor veel situaties, waaronder deze. Donovan belde zijn connectie in Paramaribo, die de eigenaar van het bouwcomplex kende. Pas nadat die connectie de eigenaar had gebeld en de eigenaar naar het complex had gebeld om toe te zeggen dat die band gerepareerd mocht worden, wilde de opzichter toestemmen. Ook al stribbelde hij in eerste instantie nog wat tegen. Wij lieten de band daar achter en gingen ondertussen naar de Blanche Marie watervallen, wat nog een uur rijden was. Op de route naar de watervallen kwamen we voor een nieuw opstakel. Na de oververhitte motor, vastzitten in de modder en een lekke band stonden we nu voor een gruwelijk slechte brug! De brug is erg oud en wordt niet onderhouden door de eigenaar van het land, omdat daar geen geld voor is. De brug zelf is van ijzer, maar dat is slechts een dragend geraamte. In dat geraamte zitten enorme gaten, waar je met een auto niet overheen kunt rijden. Over de brug liggen planken. Maar die liggen niet netjes, zodat er auto’s overheen kunnen rijden. De planken liggen bezaaid over de brug. Dat komt omdat grote vier keer vier auto’s met hun enorme kracht de planken steeds weer verschuiven door het slippen van hun wielen. Betsy had het er bijzonder moeilijk mee. Onze auto kon echter niet zomaar doorrijden, dus Marco en Donovan stapten uit om de planken enigszins te rangschikken, zodat Mirjam de auto eroverheen kon rijden. Op het laatste stukje gleed de auto een stukje naast de planken en kwam bijna in een kuil terecht, maar Donovan schreeuwde tegen Mirjam dat ze gas moest geven. Gelukkig ging dat allemaal goed en stonden we daarna aan de overkant van de rivier, waarna we onze weg konden vervolgen naar de Blanche Marie watervallen. Op die route zagen sommigen van ons nog een hert over de weg heen rennen. Ook kregen we nog te maken met een paar steile hellingen, waarop de fourwheeldrive weer ingeschakeld moest worden. Maar uiteindelijk kwamen we dan toch bij de parkeerplaats en het huisje van de manager. Daar aangekomen hebben we even een broodje gegeten en daarna zijn we te voet verder gegaan naar de watervallen. Donovan had een mooie plek vanwaar we een geweldig uitzicht hadden over de watervallen. Een prachtig beeld. Helaas konden we op dat punt niet baden, want er zaten sidderalen in het water en iedereen weet dat die beesten levensgevaarlijk zijn. We hebben ze in elk geval goed kunnen zien. Wat zijn ze ongelooflijk groot! Na een tijdje daar gezeten te hebben zijn we naar een soela, een stroomversnelling/baadplek, gelopen, waar we hebben gebaad. Daarin merk je pas wat de kracht van water is, maar wat hebben we genoten in het koele water. Daar hebben we lang zitten genieten van de omgeving. Om half vier moesten we toch terug naar de auto, we moesten ons weer aankleden en daarna ging de reis terug naar de bouwplaats waar we de band moesten ophalen. We moesten er voor vijf uur zijn, dus we konden niet te lang treuzelen. Opnieuw moesten we over die verschrikkelijke brug, maar ditmaal liep alleen Marco voor de auto uit om planken goed te leggen. Dit keer ging het allemaal lekker flexi! Om vijf over vijf waren we terug bij de bouwplaats en kregen we zonder problemen de band terug, gerepareerd en wel.

Nu zetten we koers terug richting Paramaribo, maar we zouden niet helemaal terugrijden naar de stad. Slechts enkele kilometers zouden we rijden, want onderweg zouden we in het bos gaan slapen en langs de weg een kamp opzetten. Na ongeveer anderhalf uur kwamen we aan op de plek waar we zouden overnachten. Op ongeveer tien meter van de weg is een open plek in het bos gecreëerd waar een houten geraamte staat. Daarover spanden we een zeil wat bescherming moest bieden tegen de regen. Onder dat zeil hingen we de hangmatten op. Echter, er waren maar vijf hangmatten en vier klamboe’s. De eerdere twee nachten had Donovan in de auto geslapen. Mirjam sliep die nacht zonder klamboe, maar in de jungle is het strikt noodzakelijk dat je wel met klamboe slaapt. We wilden niet speciaal voor één nacht een klamboe kopen in Apoera, dus besloten we toen al dat wij tweeën in de auto zouden slapen. Op zichzelf ook erg speciaal, want hoe vaak slaap je nu in de auto middenin de jungle? Nadat het kamp was opgezet begon Donovan met het zoeken naar hout voor een vuurtje. ’s Middags had het even geregend, dus alles was nog nat. Uiteindelijk lukte het hem wel om een vuurtje te maken en daarna begon hij met het bereiden van onze maaltijd. Eerst kookte hij rijst op het vuur, terwijl Sigrid, Mirjam en Mariska in de tussentijd de kouseband aan het snijden waren. Marco was ondertussen bezig om het vuur aan het houden, totdat het uiteindelijk echt vanzelf brandde. Die avond aten we rijst met kouseband en boskonijn. Niet zelf geschoten, want Donovan had het gekocht in Apoera, maar het was wel een wild dier, die de avond ervoor was geschoten in de bossen rond Apoera. Donovan maakte het zelf schoon en bakte het vlees daarna op het vuur. Nadat we gegeten hadden was het al vrij laat, inmiddels was het al tien uur geweest. Op het programma stond nog een nachtwandeling door de jungle, maar niet iedereen wilde die wandeling meer doen. De meerderheid besliste uiteindelijk toch dat we wel zouden wandelen. Gewapend met een zaklamp trokken we eropuit. Eerder op de avond hadden we al gemerkt dat een stukje verderop, aan de andere kant van de kreek, meer mensen een kamp hadden opgebouwd. Daar gingen we eerst op bezoek. De volgende dag zou pas blijken dat die beslissing van cruciaal belang zou zijn voor ons. Ons groepje werd met open armen ontvangen door de “buren”. Deze mannen kwamen allemaal uit Paramaribo en waren hier om te jagen. Het was te zien dat ze dit vaker deden. Een groot kampvuur hield ze warm en hun kampeergerei zag er erg professioneel uit. Verschillende grote vier keer vier terreinwagens stonden geparkeerd bij het kamp. Ze vertelden ons later dat ze eigenlijk elke maand een keer een weekend gaan jagen. We kregen wat drank aangeboden en grote koelboxen werden uit de laadbakken getild, zodat we daar op konden zitten. Op zichzelf een vreemd idee, want we wisten dat in die koelboxen al verschillende dode dieren zaten. Desondanks was het erg speciaal om middenin de jungle de gastvrijheid van de Surinamers te ervaren. Na een tijdje zijn we toch maar opgestapt om onze nachtwandeling te gaan maken. We liepen van het kamp terug naar de hoofdweg. Natuurlijk bleven we tijdens de wandeling op de weg, want het is te gevaarlijk om van het pad af te wijken. Pas op het moment dat je daar loopt met z’n zessen realiseer je je dat je in een ontzettend groot oerwoud loopt, kilometers ver verwijderd van de bewoonde wereld. Deze wandeling was op zichzelf dus erg spannend. Donovan bracht daar nog wat extra spanning bij door af en toe een horrorverhaal te vertellen. Soms deden we onze lampen uit en dan stonden we echt in het pikkedonker. Het enige licht kwam van de sterren aan de hemel. Daarbij sta je in het donker te luisteren naar de geluiden van het bos. Erg speciaal! Helaas voor ons had het die avond een beetje geregend, dus hebben we geen grote dieren gezien. Na een half uurtje besloten we om terug te keren naar ons kamp. Na een paar minuten lopen zegt Mariska opeens: “Hé, dat is een slang!” Donovan stond op slechts dertig centimeter afstand van een labaria. Aan het begin van het verhaal vertelden we al dat die hartstikke giftig is en dat als je er door gebeten wordt, je binnen een half uur bij de poli moet zijn. Op dat moment was de dichtstbijzijnde poli meer dan vier uur rijden. Donovan sprong dus letterlijk weg, want het beest zat al in de aanvalshouding. We hebben daar op dat punt echt geluk gehad. We stonden oog in oog met de gevaren van het bos. Als je zo met je neus op de feiten gedrukt wordt realiseer je je wel even hoe voorzichtig je moet zijn. Gelukkig is het allemaal goed gegaan, na dat moment was het zaak om ons hoofd erbij te houden en alert onze terugweg te vervolgen. Zonder verdere bijzonderheden kwamen we toen terug bij het kamp. Op dat moment kwamen we één van de auto’s van onze buren tegen. Zij gingen op jacht! Het was voor ons nog even tijd voor een plaspauze, dat moet gewoon in het bos en midden op de weg, want het is te gevaarlijk om te plassen in de bosjes. Daarna zocht iedereen de hangmat op en wij kropen in de auto. We konden de banken neerklappen, zodat er een soort van tweepersoonsbed ontstond. Het lag niet bijzonder lekker, maar daar middenin het bos hebben we toch lekker geslapen. Om je heen hoor je verschillende geluiden; geritsel in de bosjes, gefluit van de vogeltjes en gebrul van de brulapen in de bomen.

De volgende ochtend stonden we vroeg op. Met z’n allen gingen we baden in de kleine falla watra rivier die langs ons kamp stroomde. Douches heb je niet in de jungle natuurlijk. Wassen doe je dus in de kreek vlakbij. Koud maar erg verfrissend. Na een snel ontbijt, braken we ons kamp af en begon de rit terug naar Paramaribo. Op dat moment wisten we nog niet wat ons te wachten stond, maar wat hebben die dag veel beleefd… Rond het middaguur stopten we in Witagron. Daar hadden we op de heenweg ook al geluncht. Nu gingen we het dorp in om het te bekijken en kennis te maken met de gebruiken van de bevolking. Er wonen ongeveer dertig volwassenen en kindertjes. Zij hebben daar echte indiaanse rituelen. Ze doen aan voorouderverering en ze werken ook met positieve en negatieve energie. Iets waar wij geen vat op kunnen krijgen, maar onze gids vertelde dat er echt vreemde dingen gebeuren op het moment dat ze in trance zijn. Na een half uurtje reden we weer verder. We kwamen vrij snel weer bij de plas waar we de vorige keer vast kwamen te zitten en waar we zelfs de auto moesten duwen. Hier stopten we om te lunchen. Donovan haalde ondertussen zijn kapmes op. Op de heenweg had hij die laten hangen in een boom om het pad voor de auto vrij te maken. Gelukkig hing het kapmes er nog. Zonder problemen reden we ditmaal door de plas en we konden onze weg vervolgen. We reden nu weer op het slechte gedeelte van de route. Diepe kuilen met water zorgden ervoor dat we niet snel konden rijden. Het slechte gedeelte van de route bestaat uit twee delen. Wij reden nu op het eerste slechte gedeelte, daarna komt een wat beter gedeelte van enkele kilometers. Daar kan het tempo weer omhoog naar rond de tachtig kilometer per uur en daarna komt een nieuw slecht gedeelte van ongeveer tachtig kilometer. Daar kun je niet harder rijden dan tien à twintig kilometer per uur op sommige delen van de route. Na het eerste slechte gedeelte kwamen we nu op het stukje wat redelijk goed te berijden is. Donovan schroefde het tempo omhoog en de reis ging erg voorspoedig. De auto gaf geen problemen zoals op de heenweg en de banden hielden het ditmaal goed. Maar plotseling was het gebeurt… Zonder enige waarschuwing knapte er iets in de motor. De distributieriem was geknapt. Wij gingen dus nergens meer heen met de auto. Donovan kon dit niet zelf op die plek repareren. Nu waren we dus aangewezen op externe hulp. Bellen was geen optie. We konden dus slechts één ding doen. Wachten op hulp en voorbereidingen treffen voor een eventuele nacht in de jungle. Gelukkig voor ons was er een soort van reserveplan. De avond ervoor had Donovan een deal gesloten met de jagers die vlakbij ons parkeerden. Die jagers doen eigenlijk illegale dingen. Jagen mag, maar slechts op bepaalde diersoorten. Er zijn seizoenen ingesteld voor het schieten van bepaalde dieren. Nu hadden die mannen een bowisie geschoten, maar buiten het jachtseizoen. Nu was de deal dat Donovan een koelbox met die bowisie zou vervoeren voor die mannen. Daarentegen zouden zij enkele van zijn spullen meenemen. Verderop in de jungle is een controlepost. Daar controleert Staatsbosbeheer alle auto’s. Echter, auto’s met stagiaires, zoals in ons geval, worden nooit gecontroleerd. Donovan kon dus ongestoord de koelbox vervoeren, zonder risico te lopen. Maar daarmee breidde hij wel zijn netwerk van connecties uit. We hebben al verteld dat dat onmisbaar is in Suriname. Deze mannen hebben allemaal eigen bedrijven en zelf veel connecties. Voor Donovan dus een goede deal en voor hen ook, want zij liepen minder risico bij de controle. Op dat moment was ons bezoek aan die mannen van de vorige avond en die deal dus van cruciaal belang, want we wisten dat zij nog langs zouden komen.

De auto was midden op de weg stilgevallen. Ons geluk was nog dat dat niet gebeurde in een plas, dus we konden rustig uitstappen. Muziek aan op de radio, zo wachtten we drie kwartier en toen kwam de eerste auto aangereden. Daar kwam onze hulp. Het toeval wilde dat ook zei problemen hadden met een auto. Eén van hun eigen wagens was ook kapot en daar gingen zij nu onderdelen voor halen in de stad. Sommige van die mannen moesten echter de volgende dag gewoon werken, dus daarom gingen ze op zondag terug naar de stad. Anders hadden ze een extra nacht gewacht, dan hadden wij dus geen hulp gehad. Maar nu kwam daar een grote Toyota Hilux aangereden. Zonder aarzeling werd die pick-up voor Betsy gereden en werd een sleepkabel gespannen. Om de auto van Donovan zo licht mogelijk te maken, namen Mirjam, Sigrid en Marco plaats achter in de Hilux. Donovan, Kim en Mariska bleven achter in Betsy. Daar ging de reis verder. Wij hadden achterin de Hilux de tijd van ons leven. Dat reed echt geweldig, ook al was het erg schokkerig door het slepen van Donovan’s auto. Onze chauffeur had weinig gevoel voor het rijden met een sleep. In het begin ging dat dan ook niet helemaal goed. Hij wachtte niet op het straktrekken van het sleeptouw, maar gaf telkens vol gas na het stoppen voor een plas en dat zorgde voor veel schokken. Maar het was voor ons in de Hilux niet zo erg. Voor de anderen in Betsy was het veel minder leuk. Zij werden helemaal door elkaar geschud. Na een tijdje kwam de tweede volgauto van de jagers. Ditmaal een grote Mitsubishi pick-up. Die chauffeur gaf onze chauffeur de nodige aanwijzingen voor het rijden met een sleep. Daarna ging het steeds beter. Die jagers hebben radio’s in hun auto’s en daarmee communiceren ze met elkaar. Inmiddels hadden ze elkaar dus al op de hoogte gesteld en was er een plan gesmeed om ons heelhuids terug te krijgen in Paramaribo. Het was geen optie om Betsy helemaal terug te slepen naar de stad, want de jagers moesten zelf nog weer terug naar hun eigen kamp. Daar waren immers mannen achtergebleven. De bedoeling was dat deze mannen Betsy naar Gusterie zouden slepen. Een plek waar jagers overnachten. Vandaar zouden wij allemaal vervoerd worden in de pick-ups. Onze spullen zouden we overladen van Betsy in de pick-ups. Dan zouden die mannen ons terugbrengen naar de stad. Donovan zou dezelfde avond nog terugkeren met zijn monteur om Betsy te repareren. Zo gezegd zo gedaan. Alle volgauto’s haalden ons in en reden alvast vooruit naar Gusterie. Wij deden er in de Hilux met Betsy op sleeptouw natuurlijk veel langer over. Na een kleine twee uur kwamen ook wij bij Gusterie aan. In die tussentijd was het sleepoog aan Donovan’s auto geknapt en even later knapte het sleeptouw zelf ook nog, maar uiteindelijk kwamen we aan in Gusterie. Daar dronken we wat en werden onze spullen overgeladen in de laadbakken van de pick-ups. Natuurlijk moesten we onze tassen in vuilniszakken doen, want door opspattend water en het natte bauxiet blijft de lading niet schoon. Bijna gebeurde er nog een ongeluk. Betsy gleed van de handrem af en ramde bijna de Hilux, want ze stond op hellinkje. Donovan kon net op tijd aan het stuur rukken. Het scheelde echt maar twintig centimeter. Mirjam, Kim, Sigrid en Marco namen ditmaal met z’n vieren plaats achterin de Toyota Hilux. Donovan en Mariska gingen in de Mitsubishi zitten. Nu zouden we een nieuwe ervaring gaan meemaken. Echt offroad rijden in grote terreinwagens die speciaal voor dit werk gemaakt zijn. Daar gingen we. Onze chauffeur was dan wel geen ervaren chauffeur als het op slepen aankomt, maar offroad rijden kon hij als de beste. Wat was het machtig mooi om daar in die Hilux te zitten en over die bauxiet te razen. Waar we in Betsy maximaal tachtig kilometer per uur konden rijden op gladde stukken, reed deze Hilux gewoon met veertig kilometer per uur door de plassen. Op de gladde stukken reden we nu meer dan honderd kilometer per uur. We waren met deze snelheid erg snel vlakbij de controlepost. Vlak voor die post bleven wij wachten op de Mitsubishi, want de chauffeur van die auto – Orlando – reed veel langzamer. De bedoeling was dat we samen door de controle gingen, want dan zagen ze alle stagiaires in één keer. Voor ons zat er geen enkel risico aan. Wij konden aantonen dat we ook echt stagiaires zijn. Ons werd verteld dat wij niks hoefden te zeggen bij de controle. Daar aangekomen moesten de chauffeurs uitstappen en vertellen wat ze gedaan hadden in de jungle. Daarop werd ons gevraagd uit te stappen. Dan konden de agenten de auto inspecteren. We hebben al met al twee minuten stil gestaan en toen mochten we doorrijden. Eigenlijk werd er niet eens echt gecontroleerd, puur en alleen omdat wij als stagiaires bij die mannen in de auto zaten. Daarna reden we verder richting de stad. Toen vertelden die mannen dat er ook gecontroleerd wordt op wapens. In Suriname heb je tegenwoordig ook een wapenvergunning nodig, maar niemand van deze mannen heeft een vergunning. Die wapens hadden ze wel bij zich. Wij waren natuurlijk nieuwsgierig naar waar ze die verstopt hadden. Achter de leuning van de bank! Wij zaten er dus al die tijd gewoon tegen aan. Als ze daar mee gepakt waren dan kunnen ze een celstraf krijgen van vier jaar. Natuurlijk waren wij benieuwd naar waarom ze dan elke keer dit risico willen lopen. Ze vertelden dat het niet een bijzonder groot risico is voor hen, omdat zij connecties hebben op de juiste plaatsen. Waarschijnlijk kunnen ze er dus gemakkelijk vanaf komen met een boete en/of voorwaardelijke straf. Dat is ook Suriname! Loyaliteit naar hun medemens en spelen met de wet gaan hier hand in hand. Voor ons een speciale en geweldige ervaring. Zo hielpen die mannen ons om terug te komen naar Paramaribo. Daarentegen hielpen wij hen om door de controle te komen.

De rest van de rit over de bauxietweg naar Zanderij verliep echt prachtig. De weg was hier iets beter en wij schoten in die Toyota Hilux echt over de weg. Iedereen zat hiervan te genieten, mede door de muziek die op de radio draaide. Wat een heerlijke sfeer. Het was echt machtig mooi. Na een dik half uur waren we nu op Zanderij. Daar hielden we even halt. We wachtten weer op de Mitsubishi, want die was ver achterop geraakt. We stapten uit bij de benzinepomp en die ligt echt naast de startbaan van het vliegveld J.A. Pengel, vanwaar wij aankomend weekend weer vertrekken naar Nederland. Op dat moment stond daar een grote Boeing 747 van Surinam Airways en daarin zat een vriendin van de meiden, Evelien, zij vertrok nu juist weer naar Nederland. Een perfecte timing. Zo konden we haar nog uitzwaaien. Ook een prachtig beeld, dat machtige vliegtuig wat daar snelheid maakt en tussen de houten hutjes op Zanderij doorraast. Een ander contrast wat Suriname biedt, het grote verschil tussen arm en rijk. Na een kwartiertje kwam de andere auto ook aanrijden en konden we onze weg vervolgen. De weg van Zanderij naar Paramaribo is één lange tweebaansweg. Langs die weg woont één van de jagers die ons geholpen heeft. Daar werden wij afgezet en werd onze bagage uitgeladen. Hier bleven wij wachten totdat een auto van onze touroperator ons op kwam halen om ons af te zetten aan de Teresinastraat. Uiteindelijk waren we pas na tien uur aan de Teresinastraat, maar toen moesten wij nog naar ons eigen huis. Natuurlijk waren al deze gebeurtenissen niet opgenomen in het programma, dus we hadden nog geen avondeten gehad. Inmiddels lustten we dus wel wat. Met Anand zijn we door de drive thru gereden van de McDonalds voor Marco en door de drive thru van de Kentucky Fried Chicken voor Sigrid. Daarna heeft Anand ons afgezet aan de Laknauweg. We hebben snel gegeten en daarna een warme douche genomen. Die nacht hebben we heerlijk geslapen.

Maandagochtend hebben we natuurlijk uitgeslapen. ’s Middags hebben we boodschappen gehaald voor de bami van die avond. Als afscheid wilden de meiden bami koken voor René en Lily. Het was maandag echter Chinees Nieuwjaar en aangezien elke supermarkt hier beheerd wordt door Chinezen was het lastig om de juiste producten bij elkaar te vinden, maar uiteindelijk is dat allemaal gelukt. Daarna gingen we met onze boodschappen naar de Teresinastraat. Daar begonnen Kim, Mirjam en Sigrid aan de bami. Zij hebben echt overheerlijke bami gemaakt, met kouseband en kip. ’s Avonds organiseerden Kim en Mirjam een afscheidsfeestje in de Zanzibar. Het was hun laatste avond. Dinsdagavond vliegen zij terug naar Nederland. Met z’n allen hebben we daar genoten van cocktails, bier en het lekkere weer buiten.

Nu zitten we weer aan de Teresinastraat om afscheid te nemen van Kim en Mirjam. Na vijf mooie maanden samen, gaan we nu toch allemaal weer richting Nederland.
Deze week willen we nog een auto huren en in ieder geval dolfijnen spotten. Daarna vertrekken ook wij op zaterdag weer richting het koude Nederland, om daar zondagochtend aan te komen. Dit is het laatste verhaal geschreven in Suriname, maar als we straks weer in Nederland zijn, komt er nog een afsluitend verhaaltje.

Ik hoop dat jullie van de verhalen genoten hebben!
Tot Snel!

Dikke kus Sigrid en Marco

PS iedereen bedankt voor de felicitaties voor Sigrid haar verjaardag!

  • 27 Januari 2009 - 17:07

    Marco:

    Wow! Wat een super verhaal! Lijkt wel alsof ik alles zelf heb meegemaakt! ;)

    Wat was dit allemaal geweldig tot nu toe!!! :D

    (L)

  • 27 Januari 2009 - 17:46

    Hillie:

    Na je live-verslag nog heel veel nieuwe dingen gelezen!!
    Jeetje, wat een avonturen en wat super dat jullie deze geweldige periode samen kunnen afsluiten!
    Ik ben heel erg blij dat ik onderdeel heb mogen zijn van een heel klein gedeelte...we hebben er enorm van genoten. Door jouw keuze voor deze stage hebben wij kennis kunnen maken met een geweldig land en vooral ook hoe jij Sigrid, je daar staande hebt weten te houden!
    Ik ben heel erg blij dat je/jullie zondag weer terugkomen en kijk er heel erg naar uit.
    Er begint dan direkt alweer een nieuwe, super belangrijke periode in jullie leven...
    Veel plezier nog samen en tot zondag:-)

  • 27 Januari 2009 - 17:50

    Opa Jan:

    Marco en Sigrid wat een geweldig verhaal en wat een avontuur. Sigrid wij kenden jouw geboorte datum niet dus zijn wij nu telaat. Maar onze felicitatie is er daarom niet minder om. Proficiat. Opa Jan en Oma Lies groeten jullie vanuit Bedum.

  • 27 Januari 2009 - 18:13

    Niesje:

    Wauw, wat een verhaal weer!! Avontúúr!
    Nog heel veel plezier de komende dagen. Tot zondag! Dikke kus

  • 27 Januari 2009 - 19:14

    Peter En Petra:

    Ach, wat heerlijk dat jullie daar zo genieten met z'n tweetjes en jij alles kunt laten zien, Sigrid waar je al die tijd geweest bent: dat scheelt zo'n stuk in het terugkijken , dat Marco weet waar je het over hebt. Ontzettend veel plezier nog de laatste dagen en straks een goede reis terug naar het koude Nederland (wie weet ga je Suriname toch nog missen, Sieg...) Dikke knuffels van ons uit Dordt.

  • 31 Januari 2009 - 21:01

    Folkert:

    Dit was dus het laatste verhaal uit Suriname zelf. Bijna om weemoedig van te worden. Maar wat een prachtige herinneringen.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Suriname, Paramaribo

Stage

Recente Reisverslagen:

30 Juni 2009

Thuis

27 Januari 2009

Aankomst Marco en Blanche Marie watervallen

16 Januari 2009

Oud & Nieuw en laatste stagedagen

29 December 2008

Feesten in overvloed!

24 December 2008

Switi kresneti nanga wan bun nyu jari!
Sigrid

Actief sinds 22 Mei 2008
Verslag gelezen: 612
Totaal aantal bezoekers 29270

Voorgaande reizen:

30 Augustus 2008 - 01 Februari 2009

Stage

Landen bezocht: